Het wrakhoutje krijgt langzaam vorm

Ik lees terug in mijn schrijfsels en deze komt naar voren. Ik lees en weet weer. Ik weet nog waar ik zat, hoe ik zat en wat ik dacht. En nu lees ik terug en het is net of ik vanaf grotere afstand lees. Ik lees over wrakhoutjes, latjes, en ik weet mijn latjes wrakhout krijgen langzaam vorm. Nu, weer zoveel jaren verder, is het alsof het gisteren allemaal gebeurde, en tegelijkertijd alsof het in een vorig leven gebeurde. Allebei klopt. Mijn oudste kind, overleden, overgegaan naar een andere dimensie en ik moet er mee verder. Het is goed te lezen dat het toch heel langzaam verandert en ik hoop van harte ten goede al kan ik dat soms nog niet eens voluit zeggen. Toch weet ik dat het zo is.

Lees mijn wrakhoutjes.

‘In mijn gedachten hoor ik de spreekster weer vertellen

 dat je je eigen wrakhoutje mag hebben. Dat als je schipbreuk leidt,

 ieder zich vasthoudt aan een eigen stukje wrakhout.

Wat een geruststellende gedachte. Nog beter te weten is,

 dat als we allemaal hetzelfde stukje hout grijpen, we met elkaar zullen zinken.

Ik laat de woorden langzaam mijn lijf in zakken. Ik zie het beeld voor me.

Ik drijf in een eindeloze oceaan. Ik heb slechts een klein stukje hout vast.

 Misschien een latje. Meer niet. Zwemmen lukt me niet. Ik kan niks.

 Niet eens nadenken. Slechts wachten, van minuut tot minuut,

 meer van seconde tot seconde. Ik heb geen idee waar ik naar toe drijf.

Geen idee waarop ik wacht.

Ik zak weg in een soort slaap. In mijn droom ontstaat een stapel wrakhoutjes.

 Ze liggen als een vierkant blok op elkaar. Slordig opgestapeld en toch

 ook weer niet. Overal zit ruimte tussen. Het lijkt los te liggen maar als ik

het oppak blijkt het allemaal aan elkaar vast te zitten.

Het ziet er chaotisch uit. Alsof er gezocht is naar een vorm die nog niet

 voorhanden is. Het is ondanks zijn losse vorm heel stevig. Ik ga er op zitten.

Een gedachte vliegt door mijn hoofd, zit ik nu bij de pakken neer.

 Nee, ik drijf, ik zit, ik wacht. Ik word gedragen. Ik kijk uit naar een nieuwe horizon’.

Dat ik gedragen word, dat weet ik inmiddels en de nieuwe horizon, die verschijnt af en toe, dan weer goed zichtbaar, dan weer vager. Op die horizon zie ik mijn kind glimlachen en hoor ik hem zeggen ‘je doet het goed mam!’ . Ik rijg mijn wrakhoutjes steeds verder aan elkaar tot een nieuwe vorm die mij draagt.

Kom een schrijven over rouw, over liefde, kom herinneringen schrijven. Het brengt troost! Schrijven helpt! Interesse, neem contact met mij op.

Reacties zijn gesloten.