Code oranje

Lieve Jas,

Weet je nog code oranje. Vanmorgen was het weer een dag met code oranje. Sj ging niet op pad. Ik dacht terug aan toen, die dag vol sneeuw, code oranje of rood. Het werd een verkeersinfarct die avond en jij ging nog met je vrachtwagen op pad.

Of er al code oranje of rood bestond, geen idee. Maar een enorme sneeuwval was voorspeld. Ik was in Leiden. Het begon te sneeuwen en ik dacht gauw naar huis voor het erger wordt. Het werd erger die dag.

Jij reed op de vrachtwagen. Voortdurend dacht ik aan je. Hoe het zou zijn op de weg. Toen je eind van de dag thuis kwam, was ik opgelucht. Mijn kind weer veilig thuis. Tot je zei nog een avondrit te hebben. ‘Je bent gek’, zei ik ‘er wordt geadviseerd niet meer de weg op te gaan’. Ík zie het wel’, zei je en je ging. Tijdens je rit hebben we contact gehouden. Daar hadden we blijkbaar allebei behoefte aan. Je stond voortdurend stil met je wagen. Het weer was veel erger dan gedacht. Alles slibde dicht. Vrachtwagens rolden langzaam over steeds onbegaanbaardere wegen. Hoewel ik het stoer vond dat je daar reed, vond ik het ook volslagen onverantwoord en doodeng. Ik voelde mij zenuwachtig en was ongerust. Mijn kind met een grote trailer in een file op een nauwelijks berijdbare weg. Je moest naar Zaandam, daar ergens die richting, Ik weet het niet precies meer. Maar je was nog niet veel verder dan ergens bij Hoofddorp op de A4. Het reed nauwelijks. Alles stond steeds stil. Je had contact met een collega en deze zei dat je het nooit zou halen en je beter terug kon gaan. Voor mij een geweldig advies. Vervolgens heb je er nog de hele avond over gedaan om die kilometers terug te komen. Pas laat was je thuis. Gelukkig heel en zonder schade. Het was die avond een verkeersinfarct en jij had er middenin gezeten. Ik was er nooit aan begonnen maar jij was jong en nergens bang voor. Ik herinner het me haarscherp.

Mijn dierbaar kind, nu rijd je misschien in andere dimensies rond. Je zal altijd jong blijven en nooit ergens bang voor zijn. Toen het pas spekglad was en er vrachtwagens de berm in gleden dacht ik aan jou in je vrachtwagen. Jij was vast ook op pad gegaan. Misschien omdat de baas dat vroeg, misschien om jonge overmoed. Het had me bezorgd gemaakt. Nu ontdekte ik dat ik opgelucht was dat jouw niets meer kan overkomen. Is dat niet een beetje raar. Er kan je niets meer gebeuren, je bent veilig waar je nu bent.  

Verwarrend is het dat ik niet meer weet of ik opgelucht moet zijn dat je niets meer kan overkomen of dat ik liever mijn bezorgdheid had om jou met alles wat daar bij hoorde. Ik weet in ieder geval dat we verbonden zijn en blijven met draden van liefde door alle dimensies heen. Dat is wat er is en het enige dat nu telt. We zin nog altijd dicht bij elkaar, gelukkig maar.

Reacties zijn gesloten.