Ongelooflijk maar waar

Ik sta met een vers biertje in mijn hand temidden van de vrienden van mijn oudste zoon. Het is de eerste keer dat ik hier weer ben. Het is heftig. Het valt niet mee.

Ik kijk om me heen. Mijn zoon is niet meer hier, niet meer fysiek. Maar in alles is hij. Hier was de condoleance. Hij is door dezelfde vrienden gedragen als die waarvan ik nu mijn biertje krijg. Ik zie weer zijn foto’s in alle hoeken van het café. Ik zie hem plotseling in zijn oranje feestbroek. Die had hij aan tijdens het WK voetbal. Of het EK. Ik weet het niet meer. Wel herinner ik me nog altijd de app-jes die we stuurden als het spannend werd.

Ik had hier op de bar gezeten met anderen om zo beter naar het grote scherm te kunnen kijken. Hij had hier ook ergens gezeten.  Ik zie het weer voor me. Alsof hij er weer is. Ik hoor hem in mijn hoofd en hart zeggen dat het goed is. Ik kan hem niet meer kwijt raken, hij is er.

Ik word aangestoten, nog een biertje? Nee zeg ik, het is goed zo. Ik ga maar weer eens. Dit was de eerste keer hier. Even wennen maar het gaat stapje voor stapje vooruit. Gedragen door zijn vrienden maar misschien juist wel door de onvoorwaardelijke liefde voor hem. Het mooie is dat er niks meer tussen zit aan pijn en aardse ongemakken. Er is enkel liefde en die is voelbaar. Ook de liefde van hem voor mij als zijn moeder is voelbaar. Het is als een geschenk. Ik weet nu dat “altijd” echt bestaat. Houden van je kind is voor altijd en gaat door alle dimensies heen, voor altijd. Dank je wel dat je er bent, zeg ik zacht en ga naar huis met, ongelooflijk maar waar, een vervuld gevoel.

Reacties zijn gesloten.